In vervolg op het rapport in 2024 over ‘De toekomst van de energie-intensieve industrie in Noordwest-Europa’ heeft WEC Nederland opnieuw gekeken naar de aanzienlijke uitdagingen waarmee de energie-intensieve industrie (EII) in Noordwest-Europa (NW-Europa) wordt geconfronteerd als gevolg van hogere energieprijzen en kosten van de energietransitie. Deze nieuwe studie benadrukt de existentiële uitdagingen voor bedrijven in NW-Europa, waaronder dalende productie en sluiting van fabrieken. Het stelt de vraag of het verplaatsen van EII-activiteiten naar andere delen van de wereld gunstig is voor het langetermijnwelzijn en of er maatschappelijke waarde is in het behouden van substantiële delen ervan.
Noodzaak van een maatschappelijke kosten-batenanalyse
Om maatschappelijke discussies over de toekomst van de EII te onderbouwen, benadrukt het rapport de noodzaak van een grondige, empirische maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Het schetst drie methodologische keuzes voor het uitvoeren van een MKBA: 1) het definiëren van scenario’s, 2) marktafbakening, en 3) het selecteren van private en maatschappelijke kosten en baten.
Het rapport introduceert vier scenario’s voor 2040:
- volledige behoud met hernieuwbare energie en groene waterstof;
- volledige behoud met aardgas en CCS;
- gedeeltelijke verplaatsing;
- volledige verplaatsing.
Afwegingen tussen behoud en verplaatsing van productie
Economische inzichten onthullen dat de koolstofarme EII bredere aanpassingen aan het energiesysteem met zich meebrengt, waaronder investeringen in hernieuwbare energieopwekking, elektriciteit en waterstoftransport, en flexibiliteitsverhoging. De diepgaande analyse toont aan dat de investeringen in bijvoorbeeld het elektriciteitsnet die verband houden met de koolstofarme EII in Nederland zeer aanzienlijk zijn. Het verplaatsen van productie buiten Europa zal echter nog steeds leiden tot kosten om de productie daar te decarboniseren, die vervolgens productprijzen beïnvloeden en daarom uiteindelijk ook door Europese consumenten zullen worden gedragen. Bovendien veroorzaakt de verplaatsing van concurrerende lokale industrieën als gevolg van tijdelijke verstoringen van het gelijke speelveld negatieve sociale gevolgen.
Milieu-impact is afhankelijk van de bestemming van de verplaatsing. Aangezien NW-Europese producenten wereldwijd tot de meest efficiënte behoren in CO2-uitstoot, zal verplaatsing buiten Europa waarschijnlijk leiden tot hogere wereldwijde CO2-uitstoot. Strategische autonomie wordt benadrukt als steeds belangrijker vanwege geopolitieke spanningen en de bewapening van internationale handel. Deze voordelen moeten worden afgewogen tegen mogelijk hogere productiekosten in NW-Europa.
Belangrijke rol van marktmechanismen
De marktmechanismen moeten een leidende rol spelen bij het bepalen van de toewijzing van schaarse middelen en productiefactoren. Klimaatbeleid moet op Europees niveau worden gecoördineerd om verstoringen te voorkomen en gecorrigeerd voor verschillen met de rest van de wereld.
Hoewel verder kwantitatief onderzoek nodig is, schetst dit rapport duidelijk de belangrijkste uitdagingen en maakt het duidelijk dat de toekomstige concurrentiekracht van de EII in NW-Europa op een kritiek punt staat en nu om dringende actie vraagt.
WEC-NL consortium
Rabobank, Shell, EBN, TNO, Vopak, Port of Rotterdam, Gasunie, Vattenfall, PwC, New Energy Coalition, Nouryon, WEC Future Energy Leaders
Rapport ontvangen
Wilt u het volledige rapport ontvangen? Laat dan uw gegevens hieronder achter. U ontvangt per e-mail een link om het volledige rapport te downloaden.